diaprojectie of beamer

 

 

 


 

  een gevestigd medium komt het werkelijk zover heel bewust dia tijd voor verandering aansluiting en storingen schot in eigen doel de emotionele kracht  

 


Voor- en nadelen van dia naar digitaal naast (onder) elkaar.

Wanneer u met het idee rondloopt om in het vervolg uw shows digitaal te vervaardigen en te presenteren, moet u wel even de voor- en nadelen ervan weten.
Voordelen:

  • De beperking van bijvoorbeeld wisseltijd en lamptraagheid zoals bij diaprojectoren is hierbij niet van toepassing. Een beamer kan eventueel vele projectoren die op het doek projecteren vervangen. Allerlei ingewikkelde opstellingen voor het uitrichten van de projectoren vervallen.
    Ook heeft men bij digitale vertoning geen last van eventueel onjuist uitgelijnde dia's of verspringen ervan.

  • Beamers hebben een zeer helder beeld. Het kan beduidend helderder zijn als dat van diaprojectoren. Daardoor zijn de beelden groter te projecteren en hebben ze niet zo snel last van storend licht van andere lichtbronnen (lamp in de zaal of buitenlicht).

  • De creatieve mogelijkheden met digitale beelden zijn enorm en zijn meteen toepasbaar. U hoeft geen dia's in te ramen en hebt geen last van stof e.d.

  • Wanneer een digitaal beeld eenmaal bewerkt is en van stof bevrijd is, komt dat stof niet meer terug. Bij de projectie kunnen er geen Newton-ringen of condensvlekken aan het glas van de diaraampjes ontstaan. Die zijn er ook niet.

  • Er zijn geen problemen met 'plop' dia's of dia's die onscherpte vertonen door autofocusproblemen. Zelfs dia's tussen glas kunnen nog wel eens onscherpte vertonen.
    Bij digitale beelden komen we dit probleem niet tegen, de 'dia's' zijn van hoek tot hoek scherp en worden haarscherp op het doek afgebeeld.

  • Het dupliceren van beelden of zelfs van een hele show gebeurt geheel digitaal en dus zonder verlies van scherpte, kwaliteit, e.d. Het blijven dus eigenlijk altijd originelen.

  • Moderne AV-programma's openen nieuwe wegen en bieden vele mogelijkheden bij het maken van de show. Ze bieden de mogelijkheid 'dia's' en videobeelden (staand en bewegend beeld) te combineren. Bewegende beelden kunnen op een interessante manier stilstaande beelden aanvullen en versterken.

Nadelen:

  • De beeldkwaliteit is door de huidige stand van zaken (computerkracht en beamer) nog niet optimaal. Contrast, kleurweergave en oplossend vermogen halen het niveau van de dia nog niet. Desalniettemin zijn er met de moderne apparaten respectabele resultaten te verkrijgen, die zeker boven de DVD standaard liggen.

  • Alle beelden moeten digitaal aanwezig zijn. Dia's moeten dus hoogwaardig worden gescand, van stof en krassen ontdaan worden en ook kleur en contrast zullen moeten worden bijgewerkt. Het scannen hoeft natuurlijk niet als u digitale opnames maakt met een digitale camera.

  • De duur van het berekenen van de voor de show benodigde videodata bedraagt bij een hoge kwaliteit een veelvoud van de eigenlijke tijdsduur van de show. Een echt probleem kan dat niet zijn, want u kunt de pc ook s' nachts laten werken. U zult echter dan niet zo snel een spontane verandering aanbrengen op het berekende resultaat. Dat kost weer veel rekentijd.

  • Een groot nadeel is ook de snelle waardevermindering van de apparatuur. Vanwege de snelle ontwikkeling op dit gebied zult u toch weer snel aan een vervanging toe zijn. Kijk maar eens hoe snel u weer een nieuwe pc toe bent. Ook de ontwikkeling op het gebied van digitale fotografie gaat zeer snel . 2, 3, 4, 5 miljoen pixels, nu zelfs al 13 miljoen pixels. Voordat u het weet hebt u een ouderwetse camera (of beamer).

  • Als u van plan bent bewegende beelden te gebruiken in de show, zult u ook de 'regels' van het filmen in acht moeten nemen. Niet iedereen fotografeert is vanzelfsprekend een filmer.

Om over na te denken:
Is het projecteren en overvloeien van beelden met één enkele beamer hetzelfde als met meerdere diaprojectoren? Krijg ik hetzelfde resultaat? Je hebt met bijvoorbeeld twee projectoren 200% licht terwijl dit bij één beamer 100% is (twee lampen en één). Als ik naar overvloeiers in een diashow op het doek kijk is dit geheel anders dan wanneer ik dezelfde show digitaal op het beeldscherm bekijk. Zou je dan niet meerdere beamers nodig hebben.................?